Van de Delloyemijn tot het Historisch Mijncentrum
Op 21 december 1990 sluiten de oude genationaliseerde kolenmijnen van Nord-Pas-de-Calais, “les Houillères du Bassin du Nord et du Pas-de-Calais”, hun laatste ontginningsschacht. Dat betekende het einde van bijna drie eeuwen steenkoolontginning, waarmee in Anzin in 1720 begonnen werd.
Het steenkoolbekken strekt zich uit van Valenciennes tot Bruay en omvat de streken van Douai (Nord), Lens en Béthune (Pas-de-Calais), dit over een lengte van ongeveer 120 km, maar slechts over een breedte van maximaal 12 km. Zo neemt het steenkoolbekken ongeveer 1/12de van de totale oppervalakte van Nord-Pas-de-Calais in beslag. In het totaal wordt 2 miljard ton uit dit steenkoolbekken gewonnen. Het hoogtepunt bereikte men in de jaren 1930 tot 1960. Toen haalden gemiddeld 200 000 mensen ongeveer 30 miljoen ton steenkool per jaar naar boven.
De Delloyemijn behoorde toe aan de “Compagnie des Mines d’Aniche” en begint haar activiteit in 1931. In dat jaar produceert men 18 634 ton steenkool. In 1963 haalt men een recordproductie van 1218 gewonnen steenkool per dag. De steenkoollagen zijn dun waardoor men zelden meer dan 1 meter haalt. De productie wordt in 1971 stilgelegd wegens een gebrek aan rentabiliteit en de moeilijke ontginningsomstandigheden.
In die periode spreekt de directie van de “Houillères du Bassin du Nord et du Pas-de-Calais” (HBNPC) en met name de secretaris-generaal Alexis Destruys de wens uit een historisch mijncentrum op te richten als getuigenis van die drie eeuwen activiteit. Het project wordt aanvaard in 1973 en de keuze valt op de Delloyemijn. De mijn is op dat moment in staat van ontmanteling. Men opteerde voor de Delloyemijn om verschillende redenen. De nabijheid van het autowegennet, de centrale ligging in het mijnbekken en uiteindelijk het representatief karakter van het interbellum spelen een rol.
Vanaf dat ogenblik werden door de sluitingen van andere mijnzetels heel wat werktuigen en documenten naar de Delloyemijn gestuurd.
In 1982 richt men de associatie van het Historisch Mijncentrum, “l’association du Centre Historique Minier” op. In deze vereniging zijn de Franse staat (Ministerie van Cultuur) en drie raden uit de streek (Conseil Régional du Nord/Pas-de-Calais, Conseil Général du Nord en Houillères du Bassin du Nord et du Pas-de-Calais) vertegenwoordigd. Hun doelstelling is de opening voor het publiek in mei 1984.
Praktische informatie
Openingstijden, prijzen, brochures... bekijk onze praktische informatie om je te helpen je bezoek aan het Mijnbouwhistorisch Centrum te plannen.
Actualiteit
Het hele jaar door biedt het Mining History Centre een rijk en gevarieerd programma van tijdelijke tentoonstellingen, evenementen, workshops en meer.
In onze Vragenuurtje vind je alle antwoorden die je nodig hebt.
Neem contact met ons op als je vragen hebt of ons museum wilt bezoeken.
