Het centrum werd in 1982 opgericht door “les Houillères du Bassin du Nord et du Pas-de-Calais”, de oude genatonaliseerde kolenmijn van Nord-Pas-de-Calais en ging open voor het publiek in 1984. Het had als opdracht de mijncultuur van de streek Nord-Pas-de-Calais te bewaren en te valoriseren om zo getuigenis te brengen van drie eeuwen mijnactiviteit bij de jongere generaties.
Er zijn drie afdelingen: een mijnmuseum, een documentatiecentrum dat de archieven van de steenkoolmaatschappijen in het mijnbekken van Nord Pas-de-Calais bewaart en een cultureel wetenschappelijk energiecentrum waar de geschiedenis van steenkool een plaats krijgt in de meer algemene energieproblematiek.
Langzamerhand kreeg de site het uitzicht van vandaag. Het glazen gebouw met de machines, de mijnschacht en de eerste thematische tentoonstellingen werden in de jaren 1980 geïnstalleerd. Vanaf 1990 kwam er een nieuw beleid inzake publicaties en evenementen: voortaan verschijnt er elk jaar een nieuwe titel in een van de twee reeksen en worden er meerdere tijdelijke tentoonstellingen en evenementen als ontmoetingen in de streektaal, Museumnacht, Monumentendagen …voorgesteld.
Toen het centrum haar opvangcapaciteit bereikte, werd er in de jaren 2000 uitgebreid. 4000 m² gebouwen werden heringericht of opgebouwd: een nieuw bezoekerspaviljoen om de bezoekers op een comfortabelere manier te ontvangen en nieuwe ruimten voor permanente en tijdelijke tentoonstellingen.
Vandaag bezoeken 165 000 mensen jaarlijks de site, die als Historisch Monument is geklasseerd. Het museum is een van de opmerkelijke plaatsen van het steenkoolbekken van Nord-Pas-de-Calais dat sinds 2012 tot het werelderfgoed van Unseco behoort. Het Centrum krijgt ook de steun van de Franse staat, de Communauté d’Agglomération du Douaisis en de Communauté de Communes Cœur d’Ostrevent.